Heupdysplasie of kortweg HD genoemd is een veel voorkomende aandoening van het heupgewricht bij honden en kan sporadisch ook bij katten voorkomen.
Erfelijkheid is een belangrijke factor bij deze ziekte, maar ook omgevingsinvloeden tijdens de opgroeiperiode van het dier spelen een belangrijke rol.
Het heupgewricht bestaat uit 2 delen : de gewrichtsbol (femurkop) van het dijbeen past in de gewrichtskom (acetabulum) van het bekken. Beiden worden samen gehouden door een gewrichtsband en het gewrichtskapsel dat het gewricht helemaal omgeeft. Bovendien is er dan nog ‘uitwendige’ hulp van de omgevende spieren om de beide delen van het gewricht netjes bij elkaar te houden zodat het gewricht optimaal functioneert.
Bij een normaal dier is er een perfecte aansluiting tussen de gewrichtsbol en de gewrichtskom, maar in het geval van heupdysplasie, is deze aansluiting minder goed door bvb. te slappe gewrichtsbanden en -kapsel of een slecht gevormde gewrichtsbol of -kom.
Het resultaat is dat het gewricht bij belasting veel minder stabiel zal zijn en er daardoor een schuivende beweging ontstaat, waarbij de femurkop over de rand van het acetabulum gaat ‘krassen’ en er bovendien spanning ontstaat op het gewrichtskapsel.
Dit alles brengt ontsteking, pijn en degeneratieve veranderingen aan het bot met zich mee en het resultaat is dikwijls dat de aansluiting steeds minder en minder goed wordt en het probleem alleen maar erger wordt.
Maar: door deze veranderingen zal er ook ‘verstijving’ optreden rond het gewricht en dit is eigenlijk het natuurlijk proces dat het dier moet proberen te helpen om zijn probleem onder controle te houden. Door de verstijving wordt de aansluiting immers bevorderd en kan het zijn dat een dier met HD na een periode van pijn, slappe gang of andere problemen tijdens zijn jeugd, uiteindelijk relatief weinig problemen laat zien als hij volwassen is.
Meestal is het echter zo dat, naarmate de jaren vorderen, deze dieren toch geleidelijk terug meer en meer pijn en problemen krijgen en dat veel medicatie, voedingsupplementen of zelfs bvb. acupunctuur nodig zijn om het dier als ‘senior’ een aanvaardbare levenskwaliteit te bieden.
Symptomen
Bij een hond met ernstige heupdysplasie zal het probleem meestal al op jonge leeftijd (6-12 maand) te voorschijn komen. De symptomen kunnen variëren van unilaterale kreupelheid naar slappe gang, duidelijk pijnlijke heupen, gewicht naar de voorbenen plaatsen, opgebolde rug, abnormale stijfheid na neerliggen, etc.
Diagnose
De meest klassieke manier om deze aandoening op te sporen is het maken van een röntgenfoto in ruglig, waarbij een perfecte positionering van de patiënt en een hoge kwaliteit van het beeld absolute vereisten zijn. Het onderzoek is gemakkelijk en snel uit te voeren onder een kalmeringsprik of een lichte verdoving.
Heupdysplasie behandelingsmethodes bij de hond
Conservatief
1. Niet behandelen
- moeilijke periode voor leeftijd 4-16 mnd. De klinische symptomen kunnen bij 50 % van de honden verbeteren ondanks aanwezige HD maar de HD evolueert ondertussen verder en zal op oudere leeftijd gepaard gaan met artrose en pijn.
- ernst van de symptomen is afhankelijk van gewicht, activiteit, leeftijd, één of twee heupen aangetast ?
2. Pijnstillers en ontstekingsremmers
- kunnen moeilijk levenslang worden gegeven wegens neveneffecten
- soms geen of onvoldoende effect
Chirurgie (uitgevoerd in een orthopedische kliniek)
1. Heupkopamputatie
- zeer goed resultaat bij honden minder dan 15 kg
- boven dit gewicht minder goede resultaten (sterk afhankelijk van de postoperatieve revalidatie)
- soms zijn de honden slechter erna dan zonder ingreep
2. De Bekkenkanteling
- 95% succes met erna perfect functioneren
- enkel toepasbaar bij honden die jong zijn en geen of nauwelijks artrose hebben,
- nauwgezette patiëntselectie aan de hand van klinisch onderzoek onder sedatie en radiografische stress opnames zijn noodzakelijk
3. Het plaatsen van een kunstheup
- vanaf leeftijd 10 maand tot einde van het leven uitvoerbaar
- grondig vooronderzoek vereist (hart, thorax, infectiehaarden ?), dure ingreep vereist goede screening van de kandidaat ontvanger
- meer dan 90% succes met zeer goed functioneren van het nieuwe heupgewricht