Toxoplasmose

Toxoplasmose gondii is een eencellige darmparasiet. Ongeveer de helft van de katten raakt, gemiddeld wanneer ze zo’n 6 maanden oud zijn, besmet. Daarna bouwen ze een levenslange weerstand op.
De eitjes in de ontlasting van besmette katten zijn besmettelijk, maar pas vanaf twee dagen na uitscheiding, na inkapseling. Het vervelende is dat ze heel lang levensvatbaar blijven in tuinen, parken en zandbakken waar de kat z’n stoelgang begraaft. Zogenaamde tussengastheren zoals schapen, runderen vogels en knaagdieren (besmet door katten op het platteland), maar ook de mens kunnen zich weer met deze ingekapselde eitjes besmetten.
De meeste mensen raken besmet met toxoplasmose door het eten van besmet onvoldoende verhit vlees of door opname via tuinaarde, compost of onvoldoende gewassen groenten en fruit (vaak uit eigen tuin). Dit verklaart waarom hondeneigenaren een grotere kans op besmetting hebben dan katteneigenaren. Honden springen nogal eens op, waarbij de kans op besmetting via modderige poten groter is dan via een kat die zich altijd meteen schoonlikt.
Besmetting via de kattenbak is dus eigenlijk nihil, zeker wanneer de kattenbak dagelijks verschoont wordt.

ToxoplasmaBijna de helft van de vrouwen is al voor de 1ste zwangerschap een keer besmet geweest en is dus al beschermd tegen infectie. Een eenvoudige bloedtest kan deze bescherming bevestigen.
Een toxoplasma-infectie van een zwangere vrouw die nog nooit eerder in aanraking is geweest met deze parasiet brengt grote risico’s voor haar ongeboren kind met zich mee. Wanneer de baby tijdens de zwangerschap wordt besmet kan deze bij de geboorte oog- en hersenafwijkingen hebben. Als er bij de geboorte geen verschijnselen aanwezig zijn, bestaat nog wel de kans dat het gezichtsvermogen gedurende de komende twintig of dertig jaar af gaat nemen, mogelijk tot blindheid aan toe. De aanwezigheid van een kat in huis vergroot de kans op toxoplasmose niet.
Zwangere vrouwen wordt geadviseerd om zorgvuldig de normale hygiënische maatregelen in acht te nemen zoals handen wassen, fruit schillen ,groenten wassen en/of koken en geen rauw vlees eten (dus vlees goed doorbakken). En de kattenbak? Verschoon hem dagelijks met handschoenen aan, of, om zelfs het geringste spoortje twijfel uit te bannen, laat dit klusje deze maanden aan een ander gezinslid over.