Gedragsproblemen

Afwijkend sproeigedrag

  • Sluit eerst steeds een ziekteprobleem zoals blaasontsteking uit
  • Steriliseer, castreer de poes of kater
    Na castratie of sterilisatie zijn de problemen voor 90% opgelost
  • Omgevingsinvloeden veranderen:
    • Hoe groter het aantal katten in een beschikbare ruimte hoe sterker het sproeigedrag
    • Verwijder eventueel verwilderde buitenkatten.
    • Maak de omgeving aantrekkelijk door het aanbrengen van allerlei kattenspeeltjes
    • Laat een uitsluitend binnenkat eventueel buiten.
    • Zorg voor een voedingsafhankelijk gedrag.
  • Schoonmaken: De plaatsen waar de kat gesproeid heeft moeten grondig schoongemaakt worden. Dit enkel met water en groene zeep of biotex. Geen ruikend schoonmaakmiddel anders krijgt de kat de indruk dat de eigenaar sproeit en zal ze dus nog meer gaan sproeien.
  • Nooit straffen: Fysiek de kat straffen (door slaan of schudden) heeft geen zin. De stress en angst bij de kat wordt groter en dus het sproeigedrag erger
  • Medicijnen: Anti-stress, anti-angst medicijnen door de neiging tot sproeien sterk verminderen. Behandelde katten reageren vaak minder sterk op prikkels uit de omgeving, zijn verdraagzamer ten opzichte van soortgenoten. Deze medicijnen kunnen meestal na enkele maanden afgebouwd worden.
  • Feromonen: Gezichtsferomonen van katten kunnen we synthetisch namaken. Deze feromonen kunnen door middel van een spray of stopcontactverdamper, dit zijn F3 feromonen (= Feliway) in de omgeving gebracht worden. De aanwezigheid van feromonen verhoogt de angstdrempel van de kat, geeft een aangenaam gevoel, beïnvloedt het eetgedrag en maakt de kat verdraagzamer, verhoogt het onderzoeksgedrag in de omgeving. Kortom de kat voelt zich gelukkiger, waardoor de sproeineiging afneemt.

Plassen, ontlasting doen in de omgeving

In de natuur maakt de kat geen ontlasting en urine op dezelfde plaats.
Daarom moeten er per kat 2 kattenbakken beschikbaar zijn. Deze kattenbakken moeten vaak schoongemaakt worden. Gebruik in de kattenbak geen reukstoffen, ook niet voor het schoonmaken. Verwijder eventueel de deksel van de kattenbak.
Laat het aantal bakken toenemen en herplaats de kattenbakken. Plaats de kattenbakken nooit dicht bij de eet- of slaapplaats. Is er eenmaal een door de kat goedgekeurde kattenbak op een voor de eigenaar ongunstige plaats dan kan de bak met kleine stapjes verplaatst worden.
Verander eventueel het kattenbakgrit.

Krabben

Een kat krabt in z’n omgeving om z’n nagels te scherpen, z’n territorium af te bakenen met visuele- en geursporen en als dominantie ten opzichte van andere katten.
Behandeling:

  • Operatie: sterilisatie / castratie
  • Omgeving:
    • buitenkatten verwijderen
    • Aantal binnenkatten verminderen
    • Gezichtsveld buitenkatten beperken
    • Binnenkatten eventueel buiten laten
  • Kattenkrabpaal plaatsen
  • Antistress medicijnen
  • Feromonen

Agressie katten

Dit kan zich uiten ten opzichte van katten onderling of ten opzichte van mensen. Agressie tussen katten vermindert na castratie of sterilisatie.
Er zijn verschillende soorten agressie:

  • Angstgeïnduceerde agressie
    Deze vorm van agressie kan ontstaan tussen katten onafhankelijk van geslacht of leeftijd. De katten zoeken elkaar niet actief op, maar bij toevallige confrontatie ontstaat een definitieve bange houding; oren achteruit, haren overeind en een gebogen, kromme houding en grote pupillen. Sterk geluid maken en afgeleide agressie naar een andere kat of mens zien we vaak. Dit type van agressie is vrij makkelijk te behandelen met anti-angst medicijnen, feromonen en voedseltherapie.
  • Territoriale agressie
    Is de agressie door één specifieke, dominante kat, die herhaaldelijk een andere kat aanvalt. Er is sprake van een agressor en een slachtoffer. Dit gedrag ontwikkelt zich langzaam bij het seksueel volwassen worden van de kat. Dit probleem is zeer moeilijk op te lossen. Het kan nodig zijn beide katten permanent te scheiden of een kat elders te plaatsen.
  • Spelgeïnduceerde agressie
    Deze tegen mensen gerichte agressie wordt vooral gezien bij aanwezigheid van één kat in een huisgezin. Vaak zijn dit jonge katten onder de leeftijd van 1 jaar. Deze agressie kan gericht zijn tegen één enkele persoon en wordt meestal geïnduceerd door handbeweging met reactie van de kat tot gevolg. Probeer het spelen van de hand te voorkomen en speel alleen met speelgoed (balletje, muis, touwtje) en doe dit verschillende malen per dag. Een korte maar niet pijnvolle straf (bijvoorbeeld met een plantenspuit) kan nodig zijn op het moment van de aanval.
    Soms kan het nodig zijn de jonge kat buiten te laten spelen. Een extra kat aanschaffen van dezelfde leeftijd en een gelijksoortig temperament kan ook een oplossing zijn.