UPDATE Katteneigenaars moeten hun jonge katten laten chippen en registeren. Zo kan het baasje van een verloren gelopen kat makkelijk teruggevonden worden. Alleen bestaat de centrale databank waarin alle gegevens verzameld moeten worden nog steeds niet. Vlaams minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) wacht namelijk al maanden op een advies van de privacycommissie.
Minister Weyts bestempelt de oorspronkelijk registratiemaatregel als een flop. “Ik heb deze wet geërfd van het federale niveau. Dierenwelzijn was tot 2014 een federale materie en op dat niveau zijn ze vergeten in te schrijven dat er ook een officiële databank opgericht moest worden om al die kattenchips in te schrijven.” Toch heeft ook Weyts zelf katteneigenaars mee aangespoord om hun kat te laten chippen, en in de loop van 2015 beloofde hij ook dat een erkende databank vanaf 2016 in werking zou zijn.
Verschillende databanken
Katteneigenaars, dierenartsen en asielen hebben de voorbije jaren wel massaal gevolg gegeven aan die verplichting. Al maakten zij gebruik van verschillende databanken, waarin al de gegevens van die katten werden genoteerd. Maar omdat er geen sprake is van een centrale databank, bleef het vaak zoeken naar een naald in een hooiberg als een kat teruggevonden moest worden.
Opnieuw registreren (en betalen)
De meeste dierenartsen registreren de poezen op dit moment in de online database ‘Id Chips’ die al een tijdje bestaat. Dit is een privé initiatief. Je betaalt daar een bepaald bedrag voor en dan kan men het chipnummer van je kat wél online terugvinden. Helaas werkt deze database intussen ook al niet meer zo goed omdat ze ermee aan het stoppen zijn – de officiële database moest er immers al 6 maanden geleden zijn.
Bovendien zal de nieuwe, officiële database géén gegevens overnemen uit de nu al bestaande database. Dus als je kat nu al online geregistreerd is, zal je ze nog eens opnieuw moeten registreren (mét de bijbehorende kost) in de nieuwe database eens die er is.