Herpes bij de hond: een complexe ziekte

We moeten een verdeling maken van 3 leeftijdscategorieën:

  • Pups t.e.m. 3weken: In deze leeftijdscategorie zijn de pups ofwel schijnbaar gezond ofwel erg ziek. Dit zal afhankelijk zijn van de immuunstatus van de pup. Zieke pups hebben hoge koorts, zijn sloom, hebben pijn. Enkele van de zieke dieren kunnen de infectie overleven maar krijgen later gezondheidsproblemen.
  • Pups ouder dan 3 weken: Deze hebben meestal milde symptomen, voornamelijk lichte koorts, luchtwegproblemen en soms oogontstekingen.

 

  • Volwassen reu: Heeft meestal weinig problemen. Vaak een milde luchtweginfectie en oogontsteking. Soms een ontsteking van de voorhuid.

 

  • Volwassen niet-drachtige teef: Vooral ademhalingsproblemen van voorbijgaande aard alsook oogontstekingen. Soms wordt een lichte vaginitis waargenomen.

 

  • Volwassen drachtige teef: Bij deze groep zijn er wel ernstige symptomen aanwezig namelijk resorptie van vruchten, mummificatie van vruchten, abortus , vroeggeboorte, doodgeboren pups of levend verzwakte pups.

 

De reden waarom er bij jonge pups een hogere gevoeligheid is: de ideale omgevingstemperatuur voor vermenigvuldiging van het virus is om en bij de 36°C. Zeer jonge pups kunnen hun temperatuur nog niet op peil houden waardoor hun lichaamstemperatuur rond de 36°C ligt.

Behandeling van de pups: deze is vooral symptomatisch, ook een verhoging van de omgevingstemperatuur (warmtelamp) zou enigszins doeltreffend zijn.

Preventie kan gebeuren door ieder contact van de drachtige teef met een besmette omgeving of besmette hond te vermijden. Hetzelfde geld voor de pups. Ook een goede hygiëne in en rond de werpkist is zeer belangrijk. Het spreekt voor zich dat een goede biest opname (eerste moedermelk met antistoffen) tot 24 u na de bevalling noodzakelijk is.

Vaccinatie:

  • 7 à 10 dagen na de dekking
  • rappelvaccin 1 à 2 weken voor de verwachte werpdatum

CHV-infectie is een zeer complexe ziekte. Geen enkel symptoom is een rechtstreeks bewijs voor de aandoening. Enkel kan men het virus met zekerheid vaststellen via een  autopsie van de pups (typische bloedingen thv nieren + PCR-methode). Ook kan men een bloedname doen met een interval van 4 à 6 weken. Stijgen de CHV-antistoffen duidelijk in die weken dan is dit een bewijs van acute CHV-infectie.